In 1837 heeft  Hollandsche Ijzeren Spoorweg-Maatschapij. Bestelde ze 4 locomotieven bij de fabriek. De namen waren snelheid, hoop, arend en leeuw. De snelheid werd als eerst geleverd. Hij moest eerst een paar proefritten doen ,Daarna kwam begin September. Toen de arend was geleverd kon het eerste station geopend worden. De openings ritten waren op 20 September en 21 September in 1839 plaats.

De Arend en Leeuw deden dienst op het gehele breedsporige traject van de HSM, dat in 1842 werd verlengd tot Leiden, in 1843 tot Den Haag, om in 1847 tot Rotterdam te komen.

In 1848 bleek dat de staat van de Hoop slecht was geworden, en er werd geopperd om deze locomotief als leverancier van reserveonderdelen voor de Snelheid te gebruiken. Een dergelijk plan werd ook voor de Arend en de Leeuw opgesteld. Wegens de slechte ervaringen met de locomotief Leiden en het afbestellen van twee daaraan gelijke locomotieven, zouden er geen vervangende locomotieven zijn voor de terzijde te stellen plukloos. Daarop werd besloten om de vier oudste locomotieven volledig te reviseren. Na de revisie van de Snelheid en de Hoop in 1848 en 1849, werden de Leeuw en de Arend in respectievelijk 1850 en 1851 gereviseerd.

Nadat het spoor van de Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschapij (NRS) in de periode 1854-1855 was omgebouwd van breedspoor tot, normaal probeerde de HSM een aantal van de bij de NRS overbodig geraakte jongere breedspoorlocomotieven over te nemen, ter vervanging van de oudste eigen locomotieven. De NRS had deze echter al aan de handelaar B.J. Nijkerk in Amsterdam verkocht. Met deze handelaar kwam de HSM overeen om twaalf locomotieven te ruilen met bijbetaling van 2000 gulden per locomotief. In 1856 werd de Leeuw geruild tegen de jongere ex-NSR locomotief 16 Bromo. De Bromo werd direct afgekeurd en teruggeleverd aan de aannemer. In 1857 werd de Arend geruild tegen de NRS 12 vesusius, die tot 1863 bij de HSM heeft dienstgedaan. Alle genoemde locomotieven zijn nadien gesloopt.

Maak jouw eigen website met JouwWeb